• Hoeveel geld stelt het stadsdeel beschikbaar voor de exploitatie van het Flevoparkbad en wat zijn de kosten en opbrengsten?
  • Daar zijn we nog niet achter. In de begroting van het stadsdeel is het Flevoparkbad niet zichtbaar omdat het onderdeel uitmaakt van de post sport-accommodaties. Wij maken daar uit op dat het zwembad geen eigen exploitatie heeft, dus dat uitspraken over winst of verlies nergens op slaan omdat er tussen alle posten van sportaccomodaties willekeurig geschoven kan worden.
    In de uitgebreide discussienota over de toekomst van het Flevoparkbad staan op bladzijde 5 alleen de kosten van het zwembad en de inkomsten uit gemiddelde bezoekersaantallen. Men trekt de inkomsten van de kosten af en noemt dat het verlies op de exploitatie.
    Om van een verlies te kunnen spreken moet er een echte begroting zijn met als ingredienten: het beschikbare budget en de kosten en inkomsten ten opzichte van dit budget. Die is er niet.
    Vervolgens deelt het stadsdeel de kosten door het gemiddeld aantal bezoekers en komt zo tot een gemeentelijke bijdrage per bezoeker van 15, – euro. Ook dat is niet gebruikelijk. Kosten van maatschappelijke voorzieningen worden over het algemeen afgezet ten opzichte van de hele bevolking. Oost heeft circa 122.000 inwoners. Zo berekend zijn de kosten per inwoner 5 euro. En dan rekenen we nog niet eens mee dat het zwembad ook de inwoners van de Oostelijke Binnenstad bedient.
    Is 5 euro per inwoner te veel als bijdrage aan de zwembadexploitatie? Dat is aan de raad om af te wegen en te beslissen, maar dat is tot op heden niet gebeurd. Wel hebben we gelezen in het rapport “Zwemmen in Zuider-Amstel” van de rekenkamer voor stadsdelen uit 2010 op bladzijde 10 dat de landelijke norm voor gemeentelijk geëxploiteerde zwembaden tussen de €30 en €35 euro ligt per inwoner. Zo bezien is het Flevoparkbad een bad dat prima presteert!

  • Hoe bepaalt het stadsdeel of het Flevoparkbad een maatschappelijk relevante voorziening is?
  • Het is een basis-sportaccomodatie die is opgenomen in het sportbeleid van de gemeente Amsterdam. Daarmee is dus vastgelegd dat het maatschappelijk relevant is voor de hele gemeente.
    Het stadsdeel, als beheerder, stelt een gewenst aantal bezoekers vast. Dat heet prestatienorm. Als een maatschappelijke voorziening aan de prestienorm voldoet blijft het de moeite om daar geld aan te besteden.
    We hebben geen stukken gevonden waarin staat welke prestatienorm de huidige stadsdeelraad heeft vastgesteld om te beoordelen of het zwembad voldoet. Een vergelijkbaar buitenbad: het Amstelbad in Ouderkerk aan de Amstel trekt per seizoen 40.000 tot 55.000 bezoekers. Volkomen vergelijkbaar met het Flevoparkbad. Zeker als je bedenkt dat in het Amstelbad ook zwemlessen en andere activiteiten worden georganiseerd en in het Flevoparkbad niet.

    Een ander manier is natuurlijk om kenbaar te maken dat men van het zwembad af wil, als een voornemen van het stadsdeel in de krant komt, of aan belanghebbenden wordt gemeld komen daar vaak reacties op. De stadsdeelraad heeft al in 2011 gesproken over het wegbezuinigen van het Flevoparkbad bij de behandeling van de perspectievennota destijds. Er is toen ook een motie aangenomen om een zorgvuldige afweging te maken over het zwembad.
    Alleen heeft het stadsdeel dit niet duidelijk openbaar gemaakt, waardoor niemand op de hoogte was en dus ook niet kon reageren.